Beter dierenonderzoek door Open Science
3 jaar geledenOp 26 oktober 2021 vond bij de Universiteit Utrecht het online symposium Better Animal Research through Open Science plaats. De meerwaarde van Open Wetenschap voor dierproeven werd er besproken. Openheid over methoden, data en uitkomsten kan namelijk leiden tot betrouwbaarder, efficiënter en relevanter onderzoek met minder proefdieren.
Waarom Open Science? Frank Miedema, hoogleraar Open Science aan de Universiteit Utrecht trapte af met een eerlijke terugblik op de dierproeven die hij zelf in het verleden deed. Voor het onderzoek waar hij aan meewerkte werden duizenden muizen gebruikt, maar de proefopzet was verre van perfect. Hij gaf aan blij te zijn dat we nu veel kritischer naar dierproeven kijken. Open Wetenschap is een manier om zaken nog verder te verbeteren. Onderzoek met die aanpak is verantwoordelijk, bewust en kritisch, waarbij je open staat voor feedback. Het is niet altijd gemakkelijk om Open Wetenschap toe te passen, maar er is en wordt al veel vooruitgang geboekt.
De rol van ZonMw als financier
Na deze introductie sprak Jeroen Geurts, voorzitter van ZonMw, over de stimulerende rol van financiers. Zo helpt ZonMw met het financieren van systematische reviews en van publicatie van negatieve of neutrale resultaten van onderzoek. Verder helpt ZonMw onderzoeksdata FAIR (Findable, Accessible, Interoperable and Reusable) te maken. Dit zorgt ervoor dat data beter verspreid en gedeeld kunnen worden, zodat andere onderzoekers de data kunnen hergebruiken. ZonMw hoopt dat het stimuleren van Open Wetenschap ervoor zorgt dat onderzoek niet onnodig herhaald wordt. Dit voorkomt ook onnodig gebruik van proefdieren.
Open Wetenschap in alle stappen van onderzoek
Hierna volgden er korte presentaties over verschillende onderwerpen in de volgorde van de stappen die een onderzoeksproject doorloopt.
Adrian Smith, secretaris van het Noorse 3V-platform Norecopa, vertelde kort over de PREPARE-richtlijn, een manier om dierexperimenten gestructureerd voor te bereiden, en zo de basiskwaliteit te garanderen. Want als je cakerecept niet goed is, is je cake gedoemd te mislukken.
Monique Janssens, communicatieadviseur bij de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht, gaf tips voor het schrijven van de niet-technische samenvatting (NTS). Na wat technische aandachtspunten sloot ze af met een handige tip: telefoneer met een kennis – een niet-wetenschapper – en vertel over je onderzoek. De gewone woorden die je dan gebruikt schrijf je op.
Klik op de afbeelding om te downloaden of klik hier voor de PDF (print)
Ivo Tiebosch, proefdierdeskundige bij de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht, startte zijn presentatie over de cursus My Animal Research – Experimental Design met kritische berichten uit de media over dierproeven. In de cursus leer je aan de hand van je eigen onderzoek je proefopzet te verbeteren. Zo zorg je ervoor dat er enkel goed en noodzakelijk onderzoek gedaan wordt met proefdieren.
Jacques Flores, informatie- en collectiespecialist aan de Universiteit Utrecht legde uit waarom een datamanagementplan belangrijk is. Hij liet zien waar dit online aangemaakt kan worden en hoe de applicatie daarbij ondersteunt. Ook is deze geschikt voor het opslaan en analyseren van data en de beveiliging ervan.
De laatste van de reeks korte presentaties was van Julia Menon, projectleider van Preclinicaltrials.eu, een platform voor het vooraf registreren van dieronderzoek. Preregistratie op die website zorgt ervoor dat andere onderzoekers niet met hetzelfde onderzoek aan de slag gaan, wat onnodig dubbel gebruik van dieren tot gevolg zou hebben. Ook kun je er collega’s vinden die met vergelijkbare onderwerpen bezig zijn.
Workshops over media, FAIR, ATEX en ARRIVE
Hierna volgden enkele parallelle workshops. Iris Kruijen, persvoorlichter en communicatieadviseur bij de Universiteit van Utrecht, gaf een workshop over wetenschap. Ze gaf tips over hoe je als onderzoeker zelf naar buiten kunt treden met je onderzoek en liet deelnemers oefenen met het zeer kort samenvatten van hun onderzoek (in 20 seconden!).
Felix Weijdema, bibliothecaris van de faculteit diergeneeskunde, ging dieper in op het eerder genoemde FAIR maken van data, zodat andere onderzoekers er ook gebruik van kunnen maken. Dit kost wel even tijd en moeite, maar er zijn hulpmiddelen en behulpzame collega’s om het gemakkelijker te maken.
Daan Weustenraad, webdeveloper, vertelde over ATEX: een platform voor het uitwisselen van overtollige proefdieren en dierweefsels. Door deze uitwisseling worden dieren en weefsels optimaal benut. ATEX wordt uitgetest binnen de Universiteit van Utrecht en het UMC Utrecht. Als de pilotfase goed verloopt, zal het platform breder beschikbaar worden gesteld.
Matthew Brooke, programmamanager rapportage van dieronderzoek bij het NC3Rs (Verenigd Koninkrijk), gaf een workshop over de ARRIVE-richtlijn voor het helder publiceren van dieronderzoek. De vernieuwde versie van de richtlijn (2.0) bevat 10 noodzakelijke en 11 aanbevolen aandachtspunten voor publicaties. Het volgen van de richtlijn verbetert de kwaliteit van een publicatie, zodat deze goed gebruikt kan worden door anderen, als referentie, maar ook voor systematische reviews en meta-analyses.
Journal of Trial and Error
Als laatste onderdeel kwamen er twee redacteuren aan het woord van het Journal of Trial and Error, een relatief nieuw tijdschrift dat negatieve of neutrale uitkomsten publiceert. Maura Burke en Stefan Gaillard vertelden over onderzoek met muizen naar genetische aspecten aan alcoholisme, waarin het gedrag van de muizen plots sterk veranderde. Wat bleek: de onderzoeker had in de loop van het onderzoek een hondenpup in huis genomen en bracht vanaf dat moment een hondengeur mee naar het werk. Het onderzoek mislukte jammerlijk, maar publicatie van dergelijke missers is essentieel om vergelijkbare problemen in de toekomst te voorkomen.
Meer bereiken met minder proefdieren
Na alle boeiende presentaties was het slotwoord aan Wim de Leeuw, hoofd van de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht. Hij sprak de wens uit dat met de lessen getrokken uit het symposium Open Wetenschap in de toekomst dieronderzoek positief kan beïnvloeden, zodat er meer bereikt kan worden met minder proefdieren.
Het symposium werd bezocht door 80 deelnemers uit binnen- en buitenland.
Kijk het symposium hier terug.