Welzijnsevaluatie

In dit artikel

Het evalueren van een dierproef, helpt jou en je collega’s in bij het optimaliseren van toekomstige dierproeven, het inschatten van ongerief bij toekomstige dierproeven en bij het signaleren van onverwacht ongerief. Ook bevat de welzijnsevaluatie de gegevens die nodig zijn voor de jaarregistratie.

Wanneer na afloop van je project een beoordeling achteraf plaatsvindt, vormen de welzijnsevaluaties de basis voor de informatie die je hiervoor moet aanleveren.

Welzijnsevaluatie

Binnen twee weken nadat je het laatste dier uit het experiment hebt genomen, en bij lopende experimenten ook aan het begin van elk kalenderjaar, schrijf je een welzijnsevaluatie. Die stuur je naar de proefdiercoördinator en de Instantie voor Dierenwelzijn. De termijn van twee weken is belangrijk, omdat er dan nog tijd is om vragen te stellen. Ook kunnen we de lessen die we leren uit de evaluatie direct in volgende studies toepassen.

De welzijnsevaluatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft inzicht in (noodgedwongen) afwijkingen van het originele werkprotocol en in onverwachte effecten of incidenten die mogelijk invloed hadden op het welzijn. Belangrijk is om hiervan te leren voor volgende studies. Het tweede deel heeft betrekking op de registratie van de dierproeven zoals wij doe aanleveren voor de nationale en Europese jaarcijfers. Mede om die reden moet je proeven ook tussentijds evalueren als een nieuw kalenderjaar is begonnen. Dit doe je in januari, zodat deze gegevens mee kunnen in de jaarregistratie.