Opnieuw daling aantal dierproeven
1 dag geledenHet aantal dierproeven van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht is in het afgelopen jaar opnieuw gedaald. Er is een daling van 14.192 in 2023 naar 12.584 in 2024. Dit blijkt uit het gezamenlijke Jaarverslag Dierproeven 2024.
“We zijn blij dat het aantal dierproeven voor het tweede jaar op een rij is gedaald en dat onze inspanningen om dierproeven te vervangen en te verminderen steeds meer vruchten beginnen af te werpen”, zegt Pascalle van Loo, hoofd van de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht. “Net als vorig jaar zien we dat de vermindering van het aantal dierproeven vooral komt door een afname in het gebruik van muizen en ratten, bij zowel de Universiteit Utrecht als het UMC Utrecht.”
Van Loo verwacht dat er sprake is van een algehele dalende trend bij beide instellingen. “Schommelingen in experimenten waarin grote aantallen dieren worden gebruikt kunnen nog wel een effect hebben op de totalen. Zo kan een toekomstig experiment waarin bijvoorbeeld zebravissen gebruikt worden, ervoor zorgen dat het aantal dierproeven het komende jaar weer kan toenemen. Maar over meerdere jaren gezien is mijn inschatting dat de daling voortgezet wordt.”
Onzichtbaar diergebruik
Het Jaarverslag Dierproeven 2024 biedt voor het eerst ook inzicht in het zogenaamde ‘onzichtbare diergebruik’ in onderzoek. Proefdiervrije technieken, zoals het kweken van cellen en organen, zijn in opkomst. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van producten die afkomstig zijn van dieren, zoals foetaal kalfsserum uit ongeboren kalfjes en zogenaamde ‘basaalmembraanextracten’ uit muizentumoren. Het 3Rs Centre Utrecht heeft over een periode van negen jaar geïnventariseerd hoeveel foetaal kalfsserum en basaalmembraanextracten er zijn gebruikt. Gemiddeld is dit bij de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht gezamenlijk jaarlijks 795 liter foetaal kalfsserum en 9,8 liter aan basaalmembraanextracten. Voor de productie hiervan zijn elk jaar ongeveer 1.600 kalveren en 2.000 muizen nodig. Deze dieren worden niet meegeteld in de officiële cijfers over aantal gebruikte proefdieren.
“Om dit onzichtbaar diergebruik tegen te gaan stimuleren we actief het gebruik van diervrije alternatieven, onder andere met publiek toegankelijke databases”, aldus Jeffrey Bajramovic, hoofd van het 3Rs Centre Utrecht. “Ook zullen we de komende jaren de ontwikkelingen in het onzichtbaar diergebruik in beeld blijven brengen.”
Proefdiervrije innovatie
Een belangrijke mijlpaal afgelopen jaar is de oprichting van het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie. Dit centrum komt voort uit een groot Nationaal Groeifonds-project en richt zich op vier complexe ziektebeelden, namelijk ALS, taaislijmziekte, astma en reuma. Het doel is om de ontwikkeling van geneesmiddelen voor deze ziekten te versnellen met behulp van innovatieve proefdiervrije technologieën.
Neem voor meer informatie contact op met Pascalle van Loo, hoofd Instantie voor Dierenwelzijn. T 06 2330 6783.