Aantal dierproeven Universiteit Utrecht en UMC Utrecht gedaald

3 maanden geleden

Het aantal dierproeven van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht is in het afgelopen jaar gedaald. Er is een daling van 20.436 in 2022 naar 14.192 in 2023. Dit blijkt uit het gezamenlijke Jaarverslag Dierproeven 2023.

Jaarverslag Dierproeven 2023

“Na enkele jaren van stagnatie is nu opnieuw een sterke daling in het aantal dierproeven zichtbaar”, zegt Pascalle van Loo, hoofd van de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht. “Met name het aantal muizen en ratten laat in de periode 2015 – 2023, de periode waarin de gewijzigde Wet op de dierproeven van kracht is, een gestaag dalende trend zien, van 15.595 naar 12.108.”

Van Loo geeft aan dat schommelingen in experimenten waarin grote aantallen dieren worden gebruikt een groot effect kunnen hebben op de totalen. “In de jaren 2020 en 2021 nam bijvoorbeeld het aantal dierproeven met zebravissen toe en in 2022 was het aantal proeven met kippen relatief hoog als gevolg van een experiment met vleeskuikens. In 2023 zijn niet zulke grootschalige experimenten uitgevoerd, waardoor de algeheel dalende trend nu goed zichtbaar is. Ik sluit niet uit dat, als gevolg van vergelijkbare experimenten in 2024 of 2025, het aantal dierproeven weer kan toenemen. Desalniettemin is de verwachting dat de algehele dalende trend, over meerdere jaren, voortgezet zal worden.”

Organen-op-een-chip

“Dierproeven zijn nog steeds nodig, ze geven ons essentiële inzichten in ziektemechanismen”, zegt Elly Hol, hoogleraar gliabiologie van hersenziekten en vice-decaan onderzoek aan het UMC Utrecht in het voorwoord van het jaarverslag. “Er zijn natuurlijk ook beperkingen aan dierproeven, een muis bijvoorbeeld is geen mini-mens en de ziekte in een muismodel verloopt vaak niet hetzelfde als in de patiënt. Vandaar dat biomedisch onderzoekers nieuwe technologieën als humane geïnduceerde pluripotente stamcellen, ofwel organen-op-een-chip, hebben omarmd, zodat het aantal dierproeven verminderd kan worden.”

Transitie

De Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht gebruiken proefdieren voor onderzoek en onderwijs. Op die twee terreinen wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen van proefdiervrije methoden, zoals organen-op-een-chip, computervoorspellingen, namaakdieren voor studenten Diergeneeskunde om op te oefenen en virtual reality. Deze innovaties zorgen voor beter onderzoek en onderwijs waarbij minder proefdieren gebruikt worden. De komst van het nieuwe nationale Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT), een initiatief van de Universiteit Utrecht, het UMC Utrecht, de Hogeschool Utrecht en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, zal de transitie naar proefdiervrije biomedische innovaties verder versnellen.