Naar een effectieve behandeling van chronische pijn
9 jaar geledenIn hun onderzoek naar chronische pijn, bijvoorbeeld bij ziekten als reuma en artrose, zoeken Remco Westerink (IRAS, Universiteit Utrecht) en Niels Eijkelkamp (UMC Utrecht) naar een nieuwe behandeling. Zij doen hun onderzoek naar de onderliggende werkingsmechanismen van chronische pijn en mogelijke behandeling van pijn in gekweekte zenuwcellen.
Chronische pijn is het resultaat van veranderingen van het zenuwstelsel op verschillende niveaus. Zo kan over-stimulatie van de sensorische zenuwcellen die pijnsignalen via het ruggenmerg doorgeven aan de hersenen zorgen voor pijn. Er is dan dus eigenlijk sprake van een onterechte pijnprikkel. De onderzoekers vermoeden dat het immuunsysteem daar mede verantwoordelijk voor is.
Nuttige pijnprikkels niet uitschakelen
In hun onderzoek naar een nieuwe methode om de pijnprikkel van chronische pijn te dempen, testen ze de werking van een nieuw eiwit dat is gemaakt door andere onderzoekers (prof. dr. Hack en prof. dr. Lafeber) van het UMC Utrecht. Dit eiwit heet IL4-10-synerkine en bestaat uit twee reeds bekende stoffen die ontstekingspijn kunnen remmen. Uit dierproeven is gebleken dat het gecombineerde eiwit beter en efficiënter werkt dan de twee eiwitten afzonderlijk. De kunst is nu om chronische pijnprikkels te onderdrukken, maar belangrijke alarmerende pijnprikkels niet uit te schakelen, zoals de pijn die je voelt als je een te heet kopje koffie vasthoudt.
Spaanse peper
Het onderzoek naar het werkingsmechanisme van het synerkine vindt onder andere plaats in gekweekte zenuwcellen. Westerink: “We hebben in het lab verschillende soorten zenuwcellen gekweekt waarin we bepaalde aspecten betrokken bij het verwerken van pijnprikkels kunnen bestuderen. In deze cellen kunnen we de ‘pijngrens’ verlagen met behulp van stoffen van het immuunsysteem. Door daarna de cellen ‘pijn’ te geven door middel van een stofje uit Spaanse peper, capsaïcine, kunnen we in de cellen meten hoe actief ze zijn. Hoe lager de pijndrempel, hoe actiever de cellen worden. Vervolgens dienen we het eiwit IL4-10-synerkine toe om te testen of we de hyperactiviteit, en daarmee dus ook de pijnbeleving, weer kunnen dempen. Een groot voordeel van deze in-vitro-methode is dat we op celniveau kunnen kijken hoe en waar synerkine precies werkt.”
Hoewel dierproeven door de complexiteit van het sensorische systeem en de neuro-immuun-interacties nog steeds noodzakelijk zijn, kan de in-vitro-methode goed worden gebruikt om in een vroeg stadium uit te zoeken of en hoe een mogelijk pijnmedicijn werkt op zenuwcellen, waardoor op termijn hopelijk minder dierproeven nodig zijn.
Dit artikel is gebaseerd op een artikel door Roy Keeris en Lyanneke Kraus in het personeelsblad van de faculteit Diergeneeskunde VETgedrukt.