Aantal dierproeven blijft vrijwel gelijk

1 jaar geleden

Het aantal dierproeven van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht is dit jaar vrijwel gelijk gebleven. Er is een minimale stijging van 20.433 in 2020 naar 20.576 in 2021. Dit blijkt uit het gezamenlijke Jaarverslag Dierproeven 2021.

De beide instituten gebruiken proefdieren voor onderzoek en onderwijs. Op die twee terreinen wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen van proefdiervrije methoden, zoals organen-op-een-chip, computervoorspellingen, namaakdieren voor studenten diergeneeskunde om op te oefenen en virtual reality. Tegelijk lijken deze innovaties de laatste jaren nog maar beperkte invloed te hebben op het aantal uitgevoerde dierproeven.

Geen aanwijsbare oorzaak

Wim de Leeuw, hoofd van de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht kan dit jaar geen duidelijke oorzaken van de lichte stijging aanwijzen. “Vorig jaar zagen we dat een nieuw onderzoeksproject rond chemische stoffen in het milieu, dat uitgevoerd wordt met zebravissen, het aantal dierproeven opdreef, en ook een onderzoek naar COVID-besmettingen bij huisdieren. Dit jaar hebben we niet van die aanwijsbare oorzaken. Mogelijk speelt een inhaaleffect na alle coronabeperkingen een rol.”

Kritische houding studenten

Toch toont de decaan van de faculteit Diergeneeskunde, Debbie Jaarsma, zich in het voorwoord bij het jaarverslag optimistisch, onder andere omdat de discussie over hoe we met dieren omgaan in de samenleving en dus ook op de universiteit breed gevoerd wordt. “Studenten worden anders opgeleid dan tien of twintig jaar geleden. Ze komen binnen met een kritische houding ten opzichte van het gebruik van dieren en krijgen volop stof tot nadenken aangeboden, individueel en in samenwerking met professionals. Zo kunnen ze een eigen attitude ontwikkelen ten opzichte van dieren.”

Naar het Jaarverslag Dierproeven 2021: https://dierproevenutrecht2021.jaarverslag.net/