Miljoenensubsidie voor virtueel testplatform
3 jaar geledenOnderzoekers van onder meer de Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht (HU) en het RIVM ontwikkelen een Virtual Human Platform om de veiligheid van chemische stoffen en geneesmiddelen te beoordelen zonder gebruik van proefdieren.
Hoe mooi zou het zijn als we de veiligheid van chemische stoffen en farmaceutische producten konden beoordelen zonder gebruik van proefdieren? Dat we uitsluitend op basis van de menselijke fysiologie en biologie konden testen of deze stoffen en producten veilig zijn, ook voor kwetsbare groepen als baby’s, ouderen of zieken?
Denk aan een wereld waarin we de veiligheid van chemische stoffen en farmaceutische producten voor onze gezondheid nauwkeurig kunnen testen zonder gebruik te maken van proefdieren. Dat we precies weten hoe we deze stoffen thuis, op school of op het werk veilig kunnen gebruiken tijdens ons leven, ook als het gaat om mensen die extra kwetsbaar zijn. Dat is de toekomstvisie achter het NWA-ORC-project ‘Virtual Human Platform for safety assessment’ (VHP), onder leiding van Juliette Legler, hoogleraar Toxicologie bij de Universiteit Utrecht (IRAS), Cyrille Krul (HU) en Anne Kienhuis (RIVM).
Het consortium ontvangt voor de ontwikkeling van een Virtual Human Platform 9,9 miljoen euro van de Nationale Wetenschapsagenda: Onderzoek op Routes door Consortia (NWA-ORC). Dankzij de bijdrage van stichtingen, overheid en bedrijven komt de totale financiering uit op 11,2 miljoen euro.
Beperkte voorspellende waarde
‘We gebruiken jaarlijks een half miljoen proefdieren in Nederland, 100 miljoen wereldwijd’, rekent Legler voor. ‘Daarvan is dertig procent voor wettelijk vereiste toxicologische en veiligheidstesten. En we gaan steeds meer proefdieren gebruiken, denk aan vaccinontwikkeling, cel- en gentherapie. Het probleem met dierexperimenten is dat dieren maar een beperkte voorspellende waarde hebben voor de gezondheid van de mens. Humaan relevante scenario’s zijn niet altijd in dierproeven na te bootsen. Het gebruik van proefdieren wordt bovendien steeds minder geaccepteerd door de maatschappij.’
Het huidige systeem van veiligheidsbeoordeling van chemische stoffen en geneesmiddelen dat is gebaseerd op dierproeven, is volgens Legler niet meer van deze tijd. ‘Het is langzaam en biedt weinig ruimte voor innovatie. Ontwikkelingen in de biotechnologie gaan heel hard, en we gaan nodeloos vertragen met ons huidige systeem van veiligheidsbeoordeling, als dat niet mee ontwikkelt. De Tweede Kamer debatteerde onlangs over proefdiergebruik en de transitie naar proefdiervrije innovatie. Ons project staat midden in de maatschappij. Het laat zien dat de overgang naar innovatie en maatschappelijk relevante wetenschap en beleid mogelijk is zonder proefdieren.’
Stroomversnelling
Belangrijkste doel van dit project is om via een holistisch, interdisciplinair Virtueel Menselijk Platform te kunnen bepalen of chemische stoffen en farmaceutische producten veilig zijn voor de menselijke gezondheid zonder gebruik van dierproeven, uitsluitend gebaseerd op de menselijke fysiologie en biologie. Door innovaties in datawetenschappen, menselijke weefselkweekmodellen en transitiemanagement te integreren, brengen de onderzoekers de transitie naar proefdiervrije veiligheidsbeoordeling in een stroomversnelling. Legler: ‘De drijvende kracht achter dit project is de grote hoeveelheid stakeholders die vanuit verschillende disciplines samenwerken aan een proefdiervrije veiligheidsbeoordeling. Daar ben ik ontzettend trots op.’
UU-partners betrokken bij dit project
- Copernicus Institute of Sustainable Development - Faculteit Geowetenschappen (Ellen Moors)
- Utrechts Instituut voor Farmaceutische Wetenschappen (UIPS) - Faculteit Betawetenschappen (Roos Masereeuw)
- Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) - Faculteit Diergeneeskunde (Roel Vermeulen, Exposome-NL)