Dierdonorcodicil nu ook in Oost-Nederland

De Universiteit Utrecht gebruikt het dode dier bij het opleiden van dierenartsen, die mede daardoor in de toekomst andere zieke dieren kunnen behandelen. Het gebruik van dode huisdieren spaart proefdieren uit die anders voor dit doel gedood zouden moeten worden. Een bijkomend voordeel is dat de aankomend dierenartsen met een grotere variatie aan dieren te maken krijgen (soort, ras, grootte). Zo worden ze beter voorbereid op de praktijk.

Hoe werkt het?

Het invullen van een Dierdonorcodicil gebeurt in goed overleg tussen diereigenaar en dierenarts. De dierenarts neemt vervolgens contact op met de de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer. Daar worden de overleden huisdieren verzameld, waarna ze naar Utrecht worden gebracht.

Welke gemeenten?

Dierenartsen uit de regio Utrecht zijn al eerder benaderd om mee te werken aan het Dierdonorcodicil. Dierenartsen uit de volgende gemeenten in Oost-Nederland kunnen zich nu ook melden: Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Dalfsen, Deventer, Epe, Haaksbergen, Heerde, Hellendoorn, Hof van Twente, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte, Rijssen-Holten, Voorst, Wierden en Zutphen. Huisdiereigenaren kunnen zelf hun dierenarts vragen om deel te nemen aan het project.

En daarbuiten?

Op dit moment kunnen dierenartsen buiten de genoemde regio’s nog geen overeenkomst sluiten met de Universiteit Utrecht. Er wordt aan gewerkt om dit in de toekomst mogelijk te maken. Tot dan kunnen huisdiereigenaren hun overleden dier wel zelf naar Utrecht te brengen, maar alleen na overleg vooraf (mail hierover) en op eigen kosten.

Meer informatie? Mail naar ddc@proefdiervrij.nl.