3V-Stimuleringsfonds: beter welzijn voor proefkuikens

6 jaar geleden

In 2016 selecteerde het 3V Stimuleringsfonds van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht 5 onderzoeksvoorstellen voor subsidie. Daaronder bevond zich een onderzoek naar een beter welzijn voor vleeskuikens als proefdier in onderzoek naar infectieziekten. De kuikens in groepen gehouden in couveuseachtige bakken, isolatoren genoemd. Wat kun je deze dieren bieden voor hun welzijn?

Het onderzoeksvoorstel werd ingediend door Francisca Velkers, universitair docent bij de faculteit Diergeneeskunde, Departement Landbouwhuisdieren, in samenwerking met Mieke Matthijs en Rebecca Nordquist. Stagiair Anne Littooij (student Toegepaste Biologie aan HAS Hogeschool) voert een groot deel van de proeven uit. We spraken met Francisca en Anne.

Wat willen jullie bereiken met dit onderzoek?

Francisca: “We willen meer inzicht in kooiverrijking voor vleeskuikens in isolatoren. Het is wettelijk verplicht om kippen in proeven zitstokken en scharrelmogelijkheden te geven. Het idee is dat ze graag op stok zouden gaan, maar vleeskuikens doen dat weinig. Strooisel is ook prettig voor de dieren, maar het kan bepaalde proeven verstoren. Anderzijds kan lager welzijn proeven ook verstoren. Dus er waren goede redenen om dit eens goed uit te zoeken.

Hoe gaan jullie te werk?

Anne: “Ik ben gaan kijken naar bestaand onderzoek over kooiverrijking voor kippen in isolatoren. Dat was heel weinig. Vervolgens zijn we op bezoek gegaan bij instellingen in het land die met isolatoren werken. Deze hebben zich met ons verenigd in een netwerkgroep om een plan te ontwikkelen voor het omgaan met kippen in isolatoren. We spraken met experts op het gebied van diergedrag, met de NVWA, en met de fabrikant van isolatoren.”

Tegen welke problemen liepen jullie aan?

Francisca: “Om het welzijn van proefdieren te verbeteren, moet je juist dierproeven doen. Anders weet je niet wat hun voorkeuren zijn. Op advies van de Dierexperimentencommissie Utrecht zijn we begonnen met onderzoek in gewone hokken om de voorkeuren van de dieren te testen. De dieren hebben daar geen last van en je kunt er beter observeren en filmen. Dat het om vleeskuikens gaat, maakt het extra complex. Die zijn veel minder actief dan leghenkuikens, dus verschillen in gedrag zijn moeilijker vast te stellen.” Anne: “Ik had een rode plastic koker in het hok gelegd om te zien hoe ze zouden reageren op een vreemd voorwerp, maar ze reageerden er helemaal niet op. Dan kun je ook moeilijk meten of ze meer of minder reageren. Uiteindelijk zagen we bij andere tests gelukkig wel verschillen, en konden we toch conclusies trekken.”

De kip is misschien ook niet zo’n gangbaar proefdier.

Francisca: “Leghenkuikens worden veel gebruikt voor onderzoek, vleeskuikens minder. Ik doe veel onderzoek naar infectieziekten, ook bij kippen, en dan is de uitkomst veel duidelijker: een dier raakt besmet of niet. Maar over wat er in dat kopje omgaat, weten we nog heel weinig. Dus kijken we naar gedrag. We filmen de kuikens om na te gaan hoeveel tijd ze bezig zijn met de verrijking. Ook doen we motivatietests, op advies van Yvonne van Zeeland, die daarmee veel ervaring heeft opgedaan bij papegaaien. Je meet hoeveel moeite een dier wil doen om een bepaalde plek te bereiken, om te weten hoe graag het dier daar wil zijn.”

Anne: “De kuikens moeten op een verhoging springen om bij de zitstokken te komen, en die hoogte kunnen we variëren. Hoeveel moeite doet het dier om toch op die zitstok te komen? Dat vergelijken we met andere beloningen, zoals voer of gezelschap van andere kuikens, of geen beloning. We verwachten dat de dieren de meeste moeite doen voor voer en voor sociaal contact. Als er geen beloning is, zullen ze weinig moeite doen. En de moeite die ze willen doen om de zitstok te bereiken zal daar waarschijnlijk tussenin zitten.” Francisca: “Als deze manier van onderzoeken eenmaal goed werkt, kun je allerlei typen zitstokken en andere typen kooiverrijking vergelijken.”

Anne: “De zitstok was oorspronkelijk van glad plastic. Maar vleeskuikens hebben een relatief zwaar lijf en geen heel sterke poten, dus die zitten niet stevig. Toen hebben we een keer één stok omwikkeld met verband, en die was meteen heel populair. We hebben dit besproken met de fabrikant, en die maakt nu voor ons anti-slip-zitstokken.” Francisca: “Die samenwerking is heel prettig. Als we iets nieuws nodig hebben, maken ze dat en brengen ze het langs. Wat goed werkt, nemen ze waarschijnlijk in productie. Dan heeft het ook weer impact op andere dieren.”

Waarom is het 3V-Stimuleringsfonds belangrijk voor jullie?

Francisca: “Voor onderzoek om het welzijn van proefdieren te verbeteren krijg je niet snel geld van een ander fonds. De meeste fondsen richten zich op ziekten. We kregen geen heel groot bedrag, maar we konden wel van start gaan. We hebben er kuikens, voer en camera’s van gekocht. De isolatoren zijn beschikbaar gesteld door de meewerkende instellingen. Anderen steken er tijd in door mee te denken. En misschien kunnen we het onderzoek voortzetten met geld van ons eigen departement.”

Wat denk je dat jullie onderzoek gaat opleveren?

Francisca: “We gaan onze conclusies op congressen presenteren en er artikelen over schrijven. Ook maken we een rapport voor alle betrokkenen. Het beeld in het veld is toch dat vleeskuikens niets om zitstokken geven. Als bijvoorbeeld zou blijken dat het aan het materiaal ligt, en als een nieuw materiaal in productie worden genomen, is er veel gewonnen. Verder denk ik dat onze methoden te vertalen zijn naar onderzoek met leghennen. Zo zie ik ook het doel van het fonds: het leven van zo veel mogelijk proefdieren verbeteren.”

Wat raden jullie collega’s aan?

Francisca: “Dien vooral je idee in! Denk breder dan de hoofdvragen van je onderzoek. Wat kun jij doen om het leven van proefdieren te verbeteren, of de uitkomsten van dierproeven? Normaal is er geen tijd en geld voor om daar onderzoek naar te doen, maar dit fonds maakt het mogelijk. Grijp deze kans.”