3V-Stimuleringsfonds: meer nanodeeltjes en minder muizen

3 jaar geleden

Pieter Vader is onderzoeker bij CDL Research en het departement Experimentele Cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hij ontving een bijdrage van het 3V-Stimuleringsfonds voor onderzoek met nanodeeltjes.

Waarvoor heb je een toekenning gekregen?

We onderzoeken hoe nanodeeltjes, voorzien van barcodes, medicijnen kunnen afleveren in specifieke cellen in specifiek weefsel. Normaal testen we dat door één nanodeeltje in één muis te plaatsen. Dankzij dit onderzoek kunnen we een heleboel nanodeeltjes tegelijk in een dier testen.

Om wat voor nanodeeltjes gaat het en waar gebruik je die precies voor?

Het gaat om synthetische nanodeeltjes, gemaakt van vetten, waarin we het medicijn doen. Bepaalde medicijnen zijn zó fragiel en breekbaar dat die op reis naar de juiste plek of de juiste cellen voortijdig afgebroken kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat medicijnen onderweg ‘geklaard’ worden door de nieren. In dat laatste geval doen we ze in een wat groter nanodeeltje, zodat ze langer in het bloed blijven.

Daarnaast testen we hoe we iets aan het nanodeeltje kunnen meegeven, waardoor het alleen aan het gewenste specifieke weefsel of de juiste cellen wordt afgegeven. Op die manier kunnen we medicijnen bepaalde kanten opsturen. Door ze vooral de goede plek te laten bereiken, kun je bijwerkingen tegengaan.

Waarom is het van belang om meerdere nanodeeltjes in één muis te gebruiken?

Het is handiger om één muis te gebruiken. Er bestaat enorm veel variëteit tussen individuele dieren. Als je verschillende nanodeeltjes in verschillende muizen test, dan weet je niet altijd of de resultaten komen doordat het verschillende nanodeeltjes zijn of doordat het verschillende dieren zijn. Bovendien verminderen we daarmee ook het proefdiergebruik flink. Het komt voor dat we wel 70 nanodeeltjes willen testen. Het scheelt enorm als je dan maar één muis nodig hebt, in plaats van 70 muizen.

Wat heb je dankzij de toekenning voor elkaar gekregen wat anders niet was gelukt?

We hebben nu de methodologie kunnen testen waarmee we barcodes in nanodeeltjes zetten. We hebben juist díe deeltjes kunnen testen waarvan we weten hoe ze zich gedragen: zowel in cellen in een bakje als in een muis. Tegelijkertijd. Nu is het mogelijk om de barcodes te bekijken in plaats van de individuele nanodeeltjes en te zien of een verwacht patroon uitkomt. Daarnaast kon er een methode worden opgezet om die deeltjes uit het weefsel te halen en de barcodes te sequencen, dus te tellen en te bekijken hoeveel er op welke plek zitten.

Hoe staat het onderzoek er nu voor?

Het project staat nog in de kinderschoenen. We gaan binnenkort de muizen-data in z’n geheel analyseren, maar de resultaten tot nu toe zijn veelbelovend. Het lijkt te lukken om de barcodes te tellen. Daarna willen we het uitbouwen. We gaan kijken op wat voor manier we barcodes in andere type nanodeeltjes kunnen stoppen. En uiteindelijk zijn er veel minder muizen nodig. Ik zie het rooskleurig in.

Wat is je wens ten aanzien van dit onderzoek?

Het lijkt me heel uitdagend om te ontdekken hoeveel barcodes we tegelijkertijd zouden kunnen testen en te zien waar deze terechtkomen. En dat je barcodes kunt correleren aan een effect, zodat we in staat zijn die te koppelen aan een ziektebeeld. Bijvoorbeeld dat we zien wanneer bepaalde kankercellen stoppen met groeien en welke barcodes we dan terugvinden in die cellen. Dát zou echt heel mooi zijn.