Procedure vergunningaanvraag
Een onderzoeker die aan de Universiteit Utrecht of het UMC Utrecht dierproeven wil doen, moet behalve aan een aantal eisen voldoen, ook een aantal stappen doorlopen.
De eerste en belangrijkste stap is het schrijven vaneen voorstel voor een onderzoeksproject. Daarin moet onder meer duidelijk beargumenteerd staan:
- doel van het onderzoek
- belang van het onderzoek
- onderzoeksopzet en -strategie
- werkwijze
- benodigde diersoort
- aantal dieren en leeftijd
- mogelijkheden tot vervanging (van dierproeven)
- mogelijkheden tot vermindering (van het aantal dieren)
- mogelijkheden tot verfijning (beter dierenwelzijn, minder ongerief)wijze van huisvesten en verzorgen
- voorspelde mate van ongerief
- humane eindpunten
- bestemming van de dieren (doden, hergebruik of herplaatsing)
De leidraad voor het indienen van een complete aanvraag en voor het opstellen van een projectvoorstel is te vinden in de Toelichting op de formulieren aanvraag projectvergunning dierproeven. Hierin is te lezen dat voor een complete projectvergunningsaanvraag vier formulieren moeten worden ingevuld:
- Aanvraag projectvergunning dierproeven
- Projectvoorstel
- Bijlage(n) beschrijving dierproeven
- Niet-technische samenvatting (NTS)
Deze formulieren kun je opvragen bij de gaan Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht. De benodigde gegevens over de organisatie waar je werkt zijn dan al ingevuld. Deze formulieren stuur je ingevuld retour. Wij controleren de ingevulde informatie op volledigheid, toetsen haar op onderzoekstechnische en praktische aspecten, en stemmen de inhoud verder met je af.
Vervolgens gaat de aanvraag naar de Centrale Commissie Dierproeven (CCD). Die vraagt advies aan de Dierexperimenten Commissie (DEC) wat betreft de ethische afweging van het ongerief van de proefdieren ten opzichte van het belang van de dierproef. Ook toetst de DEC de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek. Zij brengt een gemotiveerd advies uit aan de CCD, die vervolgens een besluit neemt tot het al dan niet verlenen van de vergunning. Nadat een projectvergunning door de CCD is verleend, volgt verder overleg om tot een werkprotocol per dierproef te komen.
Als de projectvergunning verleend is, moet elk onderdeel van het project volgens de vergunning worden uitgevoerd. Aanpassingen aan een lopend project moeten altijd worden overlegd met de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht.