Aanpassingen

Zijn er nieuwe medewerkers, gebruik je liever een andere muisstam of is het ongerief niet juist ingeschat? Vraag dan een aanpassing aan. In veel gevallen kan de IvD de aanpassing intern beoordelen en goedkeuren, maar soms moet het voorstel bij de DEC en CCD voorgelegd worden. Voeg de goedgekeurde aanpassing toe aan het studiedossier.

Bij een verandering in een dierproef zijn er 4 mogelijkheden:

  1. Aanpassing die door de lvD kan worden beoordeeld en afgehandeld (bijv.: toevoegen nieuwe
    medewerker, wijzigen muizenstam).
  2. Aanpassing zonder gevolgen voor de aantallen dieren, voor de mate van ongerief, en voor de
    vraagstelling van het project > te beoordelen door lvD en te melden bij CCD.
  3. Aanpassing die het aantal dieren of het ongerief doet toenemen > voor te leggen aan DEC ter
    advisering en aan CCD ter beoordeling.
  4. Aanpassing die de vraagstelling verandert > geheel nieuwe vergunningaanvraag nodig via de DEC + CCD.

Voor elk type aanpassing gebruik je hetzelfde aanpassingsformulier. Op basis daarvan bepalen onze proefdierdeskundigen om welk type aanpassing het gaat.