Voor het goed functioneren van wetenschap is wetenschappelijke integriteit van essentieel belang. Dit geldt voor alle disciplines. Wetenschappelijk onderzoek ontleent zijn status immers aan het feit dat het gaat om een normatief gereguleerd proces, waarbij die normativiteit deels methodologisch en deels ethisch van aard is en gearticuleerd kan worden in een aantal leidende principes: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid, verantwoordelijkheid. Wanneer deze principes niet leidend zijn, bedreigt dit zowel de kwaliteit als de betrouwbaarheid van de wetenschap. Dat kan leiden tot directe schade, bijvoorbeeld aan de omgeving of patiƫnten, en kan het publieke vertrouwen in de wetenschap en het vertrouwen tussen wetenschappers onderling aantasten. Het is daarom van groot belang dat de principes van goede en integere wetenschapsbeoefening en de daaruit voortvloeiende normen voor goede onderzoekspraktijken helder geformuleerd zijn en breed onderwezen, gekend en toegepast worden. Deze gedragscode is daarop gericht.