Humane eindpunten

Bij het plannen van een dierproef moet je als onderzoeker de humane eindpunten (HEP) opgeven. Dit zijn de criteria die je hanteert om te bepalen wanneer je om humane redenen ingrijpt in een proef. Deze criteria moeten zo concreet mogelijk geformuleerd worden. Het doel van een humaan eindpunt is het voorkómen of beëindigen van onnodig ongerief (verfijning).

Het vaststellen van de humane eindpunten is een onderdeel van het ontwerp van je onderzoek. Je beschrijft ze in het projectvoorstel en later meer gedetailleerd in het werkprotocol.

Ingrijpen in de proef op basis van de humane eindpunten kun je op verschillende manieren doen, afhankelijk van de situatie:

  • Een proefdier uit de proef nemen en (indien nodig) op humane wijze doden
  • Op een andere wijze pijn of stress bij het dier wegnemen, verlichten of voorkomen.

Het toepassen van humane eindpunten is in het belang van het dier, want het voorkomt onnodig en/of ernstig ongerief. Tegelijk is het in het belang van het onderzoek (en dus van de onderzoeker), want een dier in een slechte toestand geeft onbetrouwbare resultaten.

Er zijn globaal drie redenen om humane eindpunten toe te passen:

  1. Het wetenschappelijke eindpunt van de proef is bereikt. Er is voldoende informatie verzameld.
  2. Het dier heeft een criterium voor exclusie bereikt, of kan inclusie niet meer bereiken.
  3. Het dier lijdt onnodig of ernstiger dan de beschreven bovengrens.

Neem direct contact op met de Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht als de vooraf berekende groepsgrootten niet meer behaald kunnen worden. Anders is dit een eindpunt voor alle dieren in de proef.

Op de website over Humane eindpunten in het dierexperimenteel onderzoek (Engels) vind je informatie over normaal gedrag, normale fysiologie, typen humane eindpunten, toepassingen in onderzoek, wet- en regelgeving en diverse publicaties over humane eindpunten.